''Ik vlieg, ik waggel en ik zwemIk kwek voor jou en ik kwak voor haarIk snater heel wat bij elkaar''

Herman van Veen

De wilde eend & familie

Al jarenlang observeer en fotografeer ik met veel liefde de wilde eend en zijn familie. Met familie bedoel ik de parkeenden. Veel eenden zijn namelijk kruisingen tussen wilde eenden en gedomesticeerde soorten. Deze eenden worden parkeenden, tamme eenden of soepeenden genoemd.  Elke lente kijk ik er weer naar uit om de kleine eendenkuikens te zien, die vol nieuwsgierigheid de wereld ontdekken. Door de jaren heen heb ik een verzameling foto's opgebouwd. Om alles overzichtelijk te houden, heb ik de wilde eend en de parkeend een eigen pagina gegeven. Er is namelijk zoveel over deze fascinerende watervogels te vertellen. Hoe meer ik ze observeer en over ze leer, hoe meer mijn fascinatie voor hun bijzondere leven groeit. Als klein meisje was ik al betoverd door de verhalen van Alfred Jodocus Kwak van Herman van Veen. En nu beleef ik mijn eigen verhalen met deze prachtige vogels. En ik kan je één ding vertellen: neem even de tijd om stil te staan en ze te observeren. Wat je ziet, kan soms spannender zijn dan een film op televisie. (Wat bij veel andere dieren trouwens ook het geval is.) De wereld van de eend blijft me keer op keer verrassen!

 

De wilde eend (Anas platyrhynchos) laat zijn herkenbare gekwaak vaak al van verre horen. Deze veelvoorkomende watervogel zie je regelmatig in parken, vijvers en andere watergebieden. Het mannetje, de woerd, is gemakkelijk te herkennen aan zijn glanzend groene kop, opvallende witte halsband en karakteristieke gekrulde staartveren – een kenmerk dat alleen deze eendensoort heeft. Het vrouwtje heeft een meer ingetogen bruin verenkleed, dat haar perfect camoufleert in haar omgeving. De wilde eend is de meest voorkomende watervogel in Nederland.

 

Voedsel

Eenden voeden zich met waterplanten, grassen en kleine waterdiertjes. In het water zoeken ze naar voedsel door half onder te duiken, terwijl ze op het land gras eten.

Brood is ongezond voor eenden! 

Een veelgemaakte fout bij de omgang met eenden is dat mensen hen vaak brood geven. Brood is echter schadelijk voor eenden. Het zwelt op in hun kleine magen en bevat veel zout, wat hun stofwisseling verstoort en op de lange termijn zelfs dodelijk kan zijn. Daarnaast is brood eenzijdig voedsel, waardoor eenden essentiële voedingsstoffen missen. Beschimmeld brood is zelfs giftig voor hen. Wanneer eenden regelmatig worden gevoerd, kunnen ze afhankelijk en lui worden. Ze gaan steeds vaker in een afwachtende houding zitten en raken gewend aan voedsel van mensen, waardoor hun natuurlijke eetritme wordt verstoord. Het voeren met brood trekt bovendien niet alleen eenden aan, maar ook zwanen, ganzen, duiven en ratten. Dit leidt tot overlast rondom de vijver. Daarnaast kan achtergebleven brood gaan schimmelen, wat zorgt voor vervuiling van de omgeving. Brood dat in het water terechtkomt, verontreinigt het water en vormt een voedingsbodem voor algen en ziekteverwekkers.

Gezonde alternatieven

Eenden kunnen genoeg voedsel zelf vinden en daarom is bijvoeren in de meeste gevallen niet nodig. Als je toch wilt bijvoeren, kies dan voor gezonde alternatieven zoals doperwten, havervlokken, mais, sla of speciaal eendenvoer.

Balts en voortplanting

In de winter ontstaan de eerste eendenpaartjes. Het mannetje probeert de vrouwtjes te imponeren met zijn schitterende, kleurrijke prachtkleed tijdens de balts. Hoewel een mooi uiterlijk belangrijk is, draait het niet alleen daarom. Vrouwtjes laten zich ook verleiden door hoffelijk en attent gedrag van het mannetje. Wanneer het vrouwtje haar kopje laag boven het water richt naar haar uitverkorene en vooral door voor hem te zwemmen, geeft ze andere mannetjes duidelijk het signaal dat ze haar keuze heeft gemaakt. Tijdens de balts draaien ze om elkaar heen, knikken met hun koppen, en het mannetje laat fluitende geluiden horen. Wanneer het vrouwtje stopt met knikken, volgt de paring. Vervolgens sluiten de eenden af met een uitgebreide poetsbeurt en uitbundig vleugelgeflapper.

De meeste vogelsoorten hebben geen penis of vagina, maar een cloaca. Tijdens het paren brengen het mannetje en het vrouwtje hun cloaca's tegen elkaar, zodat het mannetje zijn zaadcellen via zijn cloaca naar die van het vrouwtje kan overdragen. Bij eenden, zwanen, ganzen en struisvogels werkt dit echter anders. Bij vrouwelijke eenden is de vagina spiraalvormig en draait deze tegen de richting in van de eveneens spiraalvormige penis van het mannetje. (zie foto) Deze penis kan wel 10 tot 30 cm lang worden. Onderling pronken de mannetjes zelfs met wie de langste heeft. Wanneer er concurrentie is tussen mannetjes, kan de penis van een woerd nog verder groeien. 

Verkrachtingen

Het gaat er vaak heftig aan toe in de wereld van de wilde eenden. Verkrachtingen door mannelijke eenden zijn helaas niet ongebruikelijk, en soms leidt dit zelfs tot de verdrinking van het vrouwtje. Om zichzelf te beschermen, heeft de eendenvagina zich in de loop van de evolutie ontwikkeld tot een spiraalvorm. Dit werkt als een soort natuurlijke kuisheidsgordel: vrouwtjes kunnen hun vagina zo sterk verkrampen dat ongewenste indringers worden tegengehouden. Als reactie daarop heeft de penis van het mannetje zich ook aangepast. In de evolutie is deze uitgegroeid tot een lange kurkentrekkerachtige vorm met knobbels, wat zorgt voor meer grip. Het is een voortdurende evolutionaire strijd tussen de seksen: de vagina van het vrouwtje ontwikkelt zich om penetratie moeilijker te maken, terwijl de penis van het mannetje zich blijft aanpassen om juist makkelijker binnen te dringen.

Broeden

De broedtijd van de wilde eend valt doorgaans tussen maart en juni, waarbij het vrouwtje gemiddeld 7 tot 13 eieren legt.
Het nest bouwen begint vaak al in februari. Dit nest is meestal een ondiepe kuil in de buurt van water of een holte in een boom, bekleed met mos, donsveertjes en takjes.
Wilde eenden hebben één broedsel per jaar, en de leg- en broedperiode duurt ongeveer 27 dagen (+/- 2 dagen).
Het vrouwtje legt één ei per dag, en zodra het laatste ei is gelegd, start het broeden. Hierdoor komen alle kuikens vrijwel tegelijkertijd uit. Het broeden en de zorg voor de kuikens wordt volledig door het vrouwtje gedaan. Na het uitkomen verlaten de kuikens het nest zodra ze droog zijn. Ze kunnen direct zwemmen en krijgen hun eerste veren na ongeveer drie weken. 
De moedereend begeleidt en verzorgt haar jongen gedurende 7 tot 8 weken. Na 50 tot 70 dagen zijn de kuikens in staat om te vliegen. Ondertussen zoeken de kuikens zelfstandig naar voedsel, zoals insecten en waterlarven.

Verenkleed

De eend is helemaal aangepast aan het leven in en bij het water. Eenden hoeven, in tegenstelling tot mensen, niet te watertrappelen om op het water te blijven drijven. Dit komt doordat ze van nature drijven dankzij een speciale vetlaag op hun veren. Deze vetlaag maakt hun verenkleed volledig waterdicht. Om hun veren in topconditie te houden, halen eenden vet uit een klier vlak bij hun staart. Met hun snavel verspreiden ze dit vet zorgvuldig over hun hele lichaam.

Na het broedseizoen gaan de eenden in de rui, waarbij het mannetje hetzelfde verenkleed krijgt als het vrouwtje. Dit wordt het zogenaamde eclipsekleed genoemd. Tijdens de eerste fase van de rui, die ongeveer vier weken duurt, kunnen de eenden niet vliegen. Dit komt doordat ze hun slagpennen allemaal tegelijk vervangen. In deze kwetsbare periode is het bruine, gecamoufleerde verenkleed van de mannetjes een belangrijk voordeel, omdat het hen helpt zich beter te verbergen voor roofdieren.  De rui begint meestal eind mei en eindigt rond eind augustus. Zodra de rui voorbij is en de eenden weer in topvorm zijn, begint de cyclus opnieuw. De mannetjes en vrouwtjes zoeken elkaar weer op, en terwijl bij ons de blaadjes van de bomen vallen, hangt bij de eenden de liefde in de lucht. 


Wilde eenden en parkeenden: