Helgoland
Helgoland Deät Lun is een Duits eiland in de Noordzee.
Het eiland is een waar paradijs voor vogels. Naast de zeekoet, waar de rots Lummenfelsen zijn naam aan te danken heeft, broeden hier onder andere ook jan-van-genten, noordse stormvogels, drieteenmeeuwen en alken.
Bovendien biedt het eiland een onmisbare rustplaats voor zeehonden en kegelrobben.
Helgoland, gelegen op ongeveer 70 kilometer van het vasteland, werd tijdens de zware nieuwjaarsstormvloed van 1721 in twee eilanden opgesplitst: het hoofdeiland en het kleinere eiland Düne.
Ook voor mensen is Helgoland een plek om volledig tot rust te komen en te ontsnappen aan de dagelijkse hectiek. Wanneer je de indrukwekkende kolonie Jan-van-genten ziet, het geroep van de vogels je omringt en je oog valt op de imposante rotsformatie Lange Anna, word je direct gegrepen door de betoverende magie van dit unieke eiland. Veel bezoekers spreken zelfs van het 'Helgoland-virus': een onweerstaanbare drang om steeds weer terug te keren naar dit prachtige eiland.
Grün ist das Land
Rot ist die Kant
Weiß ist der Sand
Das sind die Farben von Helgoland
Het is echt uniek om zo'n 10.000 vogelparen op de kliffen te zien. Met ongeveer 1.000 broedparen jan-van-genten, 4.000 paar zeekoeten, 80 paar alken, 20 paren noordse stormvogels en 2.400 broedparen drieteenmeeuwen (2024 NABU vogeltelling) is Helgoland een paradijs voor vogelliefhebbers en natuurfotografen. Het eiland is immers de plek met het grootste aantal geregistreerde vogelsoorten in heel Centraal-Europa. Er zijn hier al zo'n 430 soorten geteld. Vogelonderzoek heeft een lange traditie op Helgoland. De Vogelwarte Helgoland werd al in 1910 opgericht. Het onderzoek richt zich op vogeltrek en zeevogelecologie.
Ook de populatie van gewone zeehonden en grijze zeehonden (kegelrobben) blijft groeien. Sinds de eerste geboorte van een grijze zeehond in de winter van 1996/97 is het aantal geboortes ieder jaar gestegen. In de afgelopen jaren werden jaarlijks zo'n 700 tot 800 jongen geboren. Het seizoen 2024/25 bracht zelfs een record: ongeveer 1.000 jonge kegelrobben zagen het levenslicht op Helgoland. Deze indrukwekkende aantallen waren echter niet altijd vanzelfsprekend. De grijze zeehond werd in Duitsland lange tijd als bijna uitgestorven beschouwd. Pas na de invoering van beschermingsmaatregelen in 1989 konden de eerste kegelrobben weer op Düne worden waargenomen.
Jan-van-Genten blijven hun hele leven trouw aan dezelfde partner. Buiten het broedseizoen brengen ze hun tijd afzonderlijk door op zee. Maar zodra het volgende broedseizoen weer aanbreekt, zoeken en vinden ze elkaar weer terug als paar. In 1991 kwam het eerste jan-van-gent kuiken uit op de Helgolandse Lummenfelsen. Sindsdien is de kolonie uitgegroeid tot meer dan 1500 (in 2021) broedparen. Als gevolg van de vogelgriep in 2022 waren er in 2024 nog slechts zo’n 1.000 broedparen over.
Jan-van-Genten zijn uitstekende vliegers, die over het water zweven met snelle, gelijkmatige vleugelslagen en korte glijvluchten. Ze hebben een goede wind onder de vleugels nodig om op te stijgen. Aan land bewegen ze zich elegant en tegelijkertijd wat klungelig. Tenminste dat zegt de naam... Basstölpel, het Duitse *Tölpel* betekent ‘dom’ of ‘klungelig’. In Schotland werd de Jan-van-Gent ooit 'Gentleman' genoemd vanwege zijn deftige houding. En als we het toch over namen hebben. Ook de zeekoet wordt in het Duits wat voor de gek gehouden. Het woord *Trottel*, dat ‘dommerik’ of ‘sukkel’ betekent, verwijst naar zijn zogenaamd “onhandige” loopje. Maar eerlijk? Voor mij zijn ze precies perfect zoals ze zijn.
Eider / Eiderente /Eider Druck / Somateria mollissima
De naam Eider verwijst naar de IJslandse zeegod Ægir, de reus van de zee. De eidereend is namelijk één van de grootste eenden die we kennen. De kop en snavel hebben een krachtige, driehoekige vorm die ideaal is voor het kraken van schelpdieren. Aan de punt van de snavel zit een hoornachtige 'tand', waarmee eiders de sluitspieren van schelpdieren effectief kunnen losmaken.
Scholekster / Austernfischer / Oystercatcher / Haematopus ostralegus
Zeekoet / Trottellumme / Common Murre / Uria aalge
Zeekoeten broeden zonder een traditioneel nest. Ze leggen hun eieren direct op smalle rotsrichels, waar de ouders tijdens de broedtijd om de beurt het ei warm houden. Na het uitkomen van het ei blijven de jongen enkele weken op de klif. Ongeveer drie weken na hun geboorte, voordat ze kunnen vliegen, wagen ze de sprong naar zee. De vader begeleidt hen tijdens deze spannende sprong en samen zwemmen ze naar open water.
De Hummerbuden zijn voormalige vissersschuren en werkplaatsen.
Operatie Big Bang
De geschiedenis van Helgoland is spannend. Vanaf 1714 behoorde Helgoland tot Denemarken en in 1807 tot Groot Brittannië. Helgoland werd pas overgedragen aan Duitsland in 1890. In de wereldoorlogen werd het eiland als marinebasis gebruikt. Nadat Duitsland in 1945 besloot de tweeduizend eilandbewoners te evacueren naar het vasteland, gebruikte Groot Brittannië het eiland na de oorlog voor opslag van overtollige munitie. 18 april 1947 probeerden de Britten met de tot vandaag de grootste niet-nucleaire explosie in de geschiedenis de militaire bunkers van het eiland te vernietigen. Operatie Big Bang. Meer dan zevenduizend ton overtollige Britse oorlogsmunitie die lag opgeslagen op het eiland, waaronder scheepsgranaten en luchtbommen, werd tot ontploffing gebracht. Slechts één gebouw stond na de explosie nog overeind: een Duitse luchtafweertoren die later is herbouwd als vuurtoren. Daarnaast wist ook een boom de enorme klap te doorstaan. De moerbeiboom staat vandaag de dag bekend als het ‘wonder van Helgoland’. Deze boom beschermde vroeger liefdesparen die zonder ceremonie en formaliteiten wilden trouwen. Toen stond Helgoland ook bekent als ''Liebesinsel'' liefdeseiland. De Lange Anna heeft de Big Bang ook overleefd. Pas 1952 kreeg Duitsland het eiland weer terug en kon de herkolonisatie weer beginnen. Een deel van de bunker kan vandaag nog bezichtigd worden.